Een moeilijk maar zeker zeer moedig besluit van Marius

Gisterenmiddag heeft Marius aangegeven dat hij goed afgewogen in de loop van de dag besloten had zijn camino te onderbreken en wel in Salamanca, waar dan 500 km zullen zijn voltooid van de Route De La Plata. Een beslissing die hij met pijn in zijn hart heeft genomen maar met begrijpelijke redenen. Hij zal de rest van zijn te lopen camino zo snel mogelijk weer oppakken om de prachtige uitdaging welk hij tot op de dag van vandaag zo ook ervaart af te maken.

In onze voorbereidingen hadden wij over een scenario, zoals zich nu voordoet, ruim aan de orde gehad en besproken, zodat daarbij het besluit van Johannes niet moeilijk was namelijk “de tocht afmaken”, wat niet wegneemt dat deze het betreurd maar kan en wil respecteren bovendien zich gesterkt voelt door de gemeende vriendschap met Marius die in onze gesprekken, met nadruk de laatste dagen, boven kwam drijven.

Vanmorgen goed gemutst en met droog weer vertrokken al was het voor de middag bewolkt en kregen wij op 10 uur te maken met een echte hagelbui (in Spanje) maar gelukkig kwam daarna al spoedig de zon door.

Direct het dorpje uit liepen wij het eerste stuk over asfalt maar al gauw werden wij hiervan afgeleid en waren het hoofdzakelijk de bekende grindpaden. Af en toe moesten wij met kunst en vliegwerk een rivier (sloot) oversteken wat ook vandaag weer gelukt is zonder natte voeten te krijgen.

De omgeving die wij voorgeschoteld kregen veranderde. De vele gestapelde muurtjes die de weilanden markeerde werden talrijker een bewijs dat de weien kleiner werden wat op die manier aangaf dat er meer gras kwam dus vruchtbare gronden. Het bleef wel allemaal veeteelt omdat er in het landschap te veel rotsblokken en lava-achtige schollen waren wat inhoud dat de grond daarom niet te bewerken is voor andere doeleinden.
Voor de eerste keer slingerde de weg, van pakweg 4 meter, waarover wij liepen door het landschap. Met aan weerszijde de muurtjes, met de zon die zich steeds vaker liet zien gaf dat een bijzonder mooi contrast.

Opvallend waren ook de knotwilgen die best wel talrijk waren en die wij nog niet eerder gezien hadden wat eveneens de bevestiging was dat de extreme droogte tot het verleden is gaan behoren.

De grootste verrassing vandaag toen wij rond 1 uur in Fuenterroble De Sal Vattierra aankwamen bij de herberg van Joze M. Blas Rodriguez Boyero, oftewel Don Blas, pastor en groot inwater van de Via De La Plata. Het parochiehuis herbergt een zeer gastvrije herberg met goede voorzieningen die worden gebruikt voor diverse doeleinden.
Het gehele complex straalt een speciale sfeer uit door de manier waarop het ge(ver)bouwd is in met stijl ingerichte slaapkamertjes onder verschillende thema’s en zelfs een medicatieruimte ergens achter op de werf.

Een slaapzaal met 20 personen met een houtkachel achterin, geeft ook een speciale indruk zeker met de geweldig mooie schilderijen aan de muur maar ook allerlei beelden en andere versierselen die op allerlei plaatsen aan de gevel. Ook gastvrijheid en een grote mate van zelfwerkzaamheid geeft direct het thuisgevoel, alles kan en mag zo lijkt het wel, de kasten puilen uit met etenswaren en iedereen pakt wat hem goed dunkt en voor deze geweldige service staat een Donativo tegenover.

Morgen verder, morgen 29 km (mits wij niet fout lopen) Wordt vervolgd !!!!

Daags na marathontocht een bergetappe

Niemand hebben wij getroffen in de alberge waar wij vannacht geslapen hadden, op twee pelgrims na die er ook vertoefde. Een Engelsman (de snurker die bij Marius lag gisteren) en een Duitser, maar deze hadden een bed ingenomen op de beneden verdieping en wij met z’n tweeen boven. Zodat wij terug kunnen zien op een lange en rustige nacht.

Gisterenavond zijn wij in een restaurant gaan eten, een volledig drie gangen menu voor € 9,-. Marius had vooraf twee cognacjes gehad (à 1,40) gewoon omdat hij hier zin in had. De wijn die bij het menu behoorde was goed en lekker zodat wij weer als Bourgondiërs genoten. Marius vis en Johannes vlees. Maar dat was ook nodig na die lange tocht onder erbarmelijke omstandigheden.

Bij het vertrek vanmorgen maakte wij ons wel wat zorgen of er wel een bar open zou zijn het was immers zondag! Maar gelukkig was er in het centrum een barretje open zodat wij ons gebruikelijke kopje koffie konden kopen.

In de regen zijn wij daarna om 8 uur aangelopen, hoofdzakelijk over verharde wegen. Op de bergen links en rechts van ons lag op de toppen volop sneeuw. Na 10 km doemde het stadje Banos De Montemayor op waar onze eerste tussenstop gepland was, broodje, koffie en pinnen waren hier onze belangrijkste activiteiten.
Toen wij weer verder trokken werden wij geconfronteerd met een ongeschonden originele oude Romeinse weg van 6 meter breed die vrij stijl omhoog liep ( 20 à 25 procent ). Het bleek een hele klus te zijn om deze te beklimmen maar meer dan de moeite waard zeker als je daarbij bedenkt dat de Romeinen in het begin van de jaartelling hier met hun hele hebben en houwen overheen trok. Het daarom ook bijna voor te stellen dat men dan met karren, kanonnen , munitie en ander waar hier overheen trok naar het westen om daar te vechten in de zogenaamde Reconquesta met in het achterhoofd dat men een grote kans liep om daarbij ook nog eens te sneuvelen.Wij doen de tocht over dezelfde weg nu vrijwillig met geavanceerd schoeisel zonder de bedoeling oorlog te moeten gaan voeren.

Boven aan de top passeerde wij eveneens de provincie grens en lieten wij de arme provincie Extremadura achter ons en liepen wij Castilla y Leon binnen. Het landschap veranderde in een meer vruchtbare streek met hoofdzakelijk veeteelt welk over het algemeen ook tot uiting kwam in bebouwingen in het buitengebied. Eveneens passeerde wij enkele dorpjes een teken dat het grote onbevolkte gebied tot het verleden behoorde.

Men zal zich mogelijk afvragen: hoe weten ze iedere dag die juiste afstanden zo overtuigend te melden, het antwoord is heel simpel, er zijn pelgrims die lopen op GPS en kunnen ‘s avonds alle gegevens uitdraaien zoals hoogte, afstand en gemiddelde snelheid. Het is dus voor ons niet moeilijk om deze afstanden op details te geven, het is maar even informeren bij de meelopers.

Na 23 km, aangeduid met de moeilijkheidsgraad “hoog”, zijn wij om 14.00 uur gestopt in La Calzada De Bejar in een knusse alberge met een capiciteit van 24 stapelbedden en waar in het dorp verder geen voorzieningen zijn, alleen een bar. Vanavond laten wij ons verrassen met wat de pot schaft in de alberge.

Morgen verder en eveneens met de moeilijkheidsgraad “hoog” met een totaal afstand van 21 km.

Wordt vervolgd !!!

Buen Camino

Toen wij vanmorgen buiten keken was het droog maar bewolkt. Toen wij ons gebruikelijke kopje koffie met een geroosterd sneetje brood op hadden en gepakt en gezakt naar buiten stapte regende het pijpenstelen ! Wat gaan doen wij ermee, was de vraag, onze mening was eensluidend namelijk regenkleding aan en de hoes over de rugzakken en vertrekken.
Helena, onze gastvrouw, gaf ons haar laatste adviezen en met een ferme handdruk en een “Buen Camino” toewensend zwaaide zij ons uit. In het begin was het even zoeken om op de route te komen maar samen kwamen wij er in de stromende regen uit.

Na een kilometer kwamen wij een viertal Italianen tegen die het al opgaven, omdat hun regenkleding niet voldeed, durfde zij het niet aan de elle lange tocht die vandaag op het programma stond door te zetten. De landbouwweg waarop wij liepen was slecht te noemen met vele diepe plassen en het was uitkijken om niet uit te glijden in de kleiachtige blubber. Na 6 km kwamen wij in een natuurpark waarin ook weer meer de kolossale granietblokken zoals deze al meer op onze tocht te zien waren. Met enige fantasie was hier alles uit te halen, van stripfiguren tot van allerlei soorten dieren, wanneer men overal foto’s van zou maken zou onze tocht minimaal een jaar gaan duren vandaar dat wij dat hebben moeten beperken. Maar zoals ik eerder al had gemeld er zijn geweldige opnames gemaakt. Het landschap is hier ook beduidend groener men heeft de neiging om het te vergelijken met de Jura maar dan met steeneiken en kilometers lange gestapelde Keltische muurtjes welke weer te vergelijken zijn met Schotland.

Opvallend was wederom de vele bloemen en brem welke een prachtig effect had met de vele mosgroei op de stenen en vulkanische platen. Vrijwel de gehele tocht ging over grind en veepaden, in tegenstelling tot de asfalt gisteren. Door de aanhoudende regen van de laatste dagen hebben wij vandaag bij de rivieroversteken enkele keren moeten improviseren om met droge voeten aan de overkant te kunnen komen, in de meeste gevallen zochten wij dan een watervalletje en liepen dan over stapstenen. Onze inmiddels niet weg te denken wandelstokken waren daarbij een goed hulpmiddel. Leuk was vandaag eveneens de smalle veepaden die men vrijwel blindelings kon volgen. Heel sporadisch kwamen wij een schaapherder met een kudde schapen tegen op de route Via de La Plata die over het algemeen 20 à 30 meter breed is wat iedere keer fascinerend is om te zien.

Na 20 km van al dat schoons te hebben genoten kwamen wij op een gegeven moment op een smaller pas en zagen wij in de verte de Triomfboog bij de Ruies de Caparra, deze verlaten plaats was in de Romeinse periode een belangrijk stadje in de provincie Lusitania. Uit de Romeinse periode bleven zichtbaar bewaard de triomfboog, grondvesten van gebouwen en enkele resten van een brug ( gebouwd in de 1e eeuw ) over de Ambros rivier. Onder een weide zouden zich de resten van een theater en een basiliek bevinden.
Het meest imposante monument is de vierbogige triomfboog, een zgn. tretrapylon, het enige monument van die aard op het Iberisch Schiereiland. Deze boog is 9 meter hoog en eronder liep en loopt nu nog de Via De La Plata. Wij hebben zittend tegen deze boog onze lunch genuttigd op een moment dat het ook ophield met regenen.

Nog 20 km moest er daarna afgelegd worden om bij de volgende slaapgelegenheid mogelijk te kunnen overnachten. Weliswaar het eerste en het laatste gedeelte wederom door een prachtig natuurgebied. Eveneens moesten wij twee keer een rivier over zien te komen wat lukte zonder echt natte voeten te krijgen. 3 Km voor het eindpunt kwamen wij nog een groep Spanjaarden tegen die graag een foto wilde van een Hollandsche Pelgrim wat ik natuurlijk graag inwilligde (Marius liep op dat moment zo’n 100 meter voor). Men heeft op mijn verzoek toen ook nog een kiekje gemaakt met mijn toestel.

Uiteindelijk kwamen wij om kwart over vijf in het dorpje Al De Anueva Del Camino aan waar wij een bed hebben gearresteerd in de plaatselijke Municipal alberge en achtereenvolgens na ons opgefrist te hebben in een restaurant onszelf hebben laten verwennen met een heerlijk “menu de dia” zodat wij morgen na deze vermoeiende dag verder kunnen richting Santiago.

Wordt vervolgd !!!!!

Regen heeft ook voordelen

Vannacht hebben wij niet met 12 personen in een kleine alberge geslapen maar met 15 !
Midden voor de voordeur lag op een matras een Engelsman en in de zogenaamde zitruimte ( 3 x 3 meter ) waren eveneens twee matrassen neergelegd waarop een Duitser en een Fransman op sliepen. Het was een hele onderneming om s’nachts in het donker al stappend over de mensen heen je weg te vinden. Op onze (vierpersoons) kamer lagen ook Lida en Henk die hadden evenals Marius er voor gekozen de kleren aan te houden om de doodeenvoudige reden dat er werkelijk geen plaats was om je om te kleden laat staan je kleren neer te leggen. Wonder boven wonder hadden wij alle vier goed geslapen en dat is uiteindelijk het belangrijkste.

Toen wij buiten keken moesten wij constateren dat het pijpenstelen regende. De regen outfit aan en toch maar vertrokken na eerst een snee geroosterd brood en koffie in de bar genomen te hebben. Een kilometer moesten wij afleggen voordat wij op de camino zaten. Het eerste stuk liepen wij weer door een natuurpark wat weer een geweldige ervaring was, weliswaar een heel ander aanblik als bij zonlicht en/of droog weer. Om de hele dag, zoals vandaag, door de regen te lopen zonder nat te worden heeft niet alleen een praktische kant maar ook een gevoel van, ook de weergoden maken ons niets ! Als je dan bedenkt dat heel Extremadura met smart wacht op het geschenk dat regen heet ga je op zekere hoogte hiervan genieten.

Opvallend was de verandering van het landschap. Liepen wij tot de middag nog door het lavaachtige natuurgebied, dat veranderde na de middag langzaam in een landschap met meer de nadruk op landbouw door afwisselend weilanden en koren tegen te komen. Kortom de heuvelachtige gronden leende zich ervoor om meer te kunnen verbouwen omdat de grote stenen en lava schollen in deze streek vrijwel niet voorkomen. Niet dat het geweldige goede gewassen zijn, wel veel beter als b.v. honderd kilometer terug.
Je kunt het overigens aan alles zien, de huizen ( krotten ) zijn kwalitatief beter maar ook bijvoorbeeld de bar waar wij onderweg een kop koffie dronken, met een groente taartje, begint op een echte bar te lijken wat wij buiten de grote steden al een poos niet meer gezien hadden.

Het werd uiteindelijk een lange tocht. Wat wij van te voren wisten, wij hadden voor het eerst een kamer gereserveerd omdat de tocht van morgen minimaal 40 km zal gaan bedragen wilden wij perse verzekerd zijn voor een slaapplaats in Carcaboso de laatste mogelijkheid voor die lange etappe.
Een tegenvaller vandaag waren de laatste 22 km over asfalt, wij hebben beide last van onze enkels omdat het gedreun op het asfalt toch de enkels extra belast, met het gevolg dat er een klein belletje gaat rinkelen dat pijn heet. Wij gaan dit bestrijden met een goede verzorging en voor de rest van de dag zoveel mogelijk rust. De medicamenten die er voor nodig zijn hebben wij vanmiddag weer aangevuld.

Een bijzonder voorval diende zich vanmiddag aan. Wij hadden immers gereserveerd bij alberge ” Ruta de la Plata” waar de eigenaresse Helena bekend staat om haar consejos ( adviezen ) aan de pelgrim op haar website die in alle gidsen vermeld staat. Die zelfde Helena stond  6 km terug ons op te wachten, sprak ons aan, dat ze kamers verhuurde waarop wij zeiden dat wij gisteren al gereserveerd hadden. Haar reactie was super door ons beide uitgebreid te omhelsden en te kussen alsof ze ons al jaren kende. Ook bood ze aan om een lift te geven omdat het nog 6 km was en het behoorlijk regende, waarvoor wij haar bedankte en duidelijk maakte dat wij er de voorkeur aan gaven om de gehele tocht te lopen.

Toen wij in de alberge aankwamen om half vier bleek dat er nog maar een pelgrim binnen was en wij dus nummer twee en drie. Wij werden hartelijk door Helena ontvangen en werden onze kamers aangewezen. Eerst werd Marius verwezen naar een drie persoons kamer, ik volgde hem op de voet waarop ze hard getaald Spaans begon te speken, haar uiteindelijke boodschap was dat ze voor mij een een persoons kamer voor ogen had, welke ik natuurlijk niet weigerde en na overleg met Marius hem ook ingepikt heb.
Wij zijn erg benieuwd naar de dag van morgen !

Namens Marius en Johannes dank voor jullie aandacht, en morgen weer verder !

Het kan ook regenen in Extremadura !

Gewapend in regenkleding vanmorgen om 10 over zeven vanuit de alberge vertrokken.
Na pakweg 1 km moesten wij beslissen, nemen wij de N 630, of gaan wij toch de gele pijlen van de camino volgen? Er werd besloten om de officiële camino te volgen, wat inhield over rotsachtige bergpaden met af en toe een pittige klim. De gladheid viel mee alleen werden onze schoenen van tijd tot tijd behoorlijk zwaar van de aankoekende donkerbruine kleiachtige grond. Eveneens concludeerde wij dat wij de enige pelgrims waren die voor deze optie gekozen hadden alle anderen durfde het schijnbaar niet aan of vonden de keuze om over de asfaltweg te gaan beter.

Heerlijk is het om achteraf van de gemaakte dagtrip de optimale voldoening te hebben van de gewaagde beslissing.Eenmaal bij de eerste klim aangekomen met hoofdzakelijk leistenen paden zagen wij ook steeds meer de witte marmerstrepen tussen de leisteen opdoemen evenals de grote witte kiezels (stenen).Het wordt eentonig maar de onvoorstelbare prachtige vele gele brem was ook vandaag te zien,  kilometers ver, met af en toe enkele koeien daartussen, of een kudde schapen.
Vandaag hebben wij ook de hele dag tussen de bouwwerken van een aan te leggen autobaan geslingerd enorme kunstwerken met overbruggingen van de toekomstige autoweg van honderden meters wat op z’n minst interessant te noemen is.
Wat verder opviel was, nadat wij het stadje Canaveral waren gepasseerd, de plotseling opdoemende rood-oranje marmer waarover een stevige klim gemaakt moest worden.
Het landschap veranderde hierna nog meer toen wij kwamen te lopen onder de steeneiken, een fenomeen wat wij nog niet meegemaakt hadden. Wel links en rechts naast ons maar er onderdoor was wat dat betreft nieuw.Omdat het behoorlijk bleef regenen kwam er door de sloten (riviertjes) ook meer water zodat wij meerdere malen via stapstenen de overkant moesten zien te bereiken.

De plaatselijke bevolking is ongetwijfeld in haar nopjes met de regenval die nu plaatsvind ook al is het gezien de behoefte een druppel op de bekende gloeiende plaat.Na 22 km hebben wij een alberge municipal betrokken in Grimaldo welke 1 km van de camino afligt.
Drie kleine kamertjes met ieder 4 stapelbedden dus 12 slaapplaatsen is de capaciteit, en de kosten zijn Donativo, wat wil zeggen een vrijwillige bijdrage. Voor de warme maaltijd en het ontbijt wordt €8,- gevraagd. In het dorp zijn verder geen voorzieningen.

Om terug te komen op mijn belofte in het verslag van gisteren als het gaat over het vergelijk “fietsen – lopen” het volgende. Duidelijk is wel na dik 300 km, dat lopen een geheel andere discipline betreft, andere spieren maar ook de beleving o.a. kontakten onderweg met medepelgrims zijn veel intenser omdat men veel langer in tijd met elkaar optrekt maar ook in de overnachtingsplaatsen waar men wel eens genoodzaakt vroeg aankomt, zijn de meest uiteenlopende gesprekken aan de orde met en/of zonder een glas wijn.
‘s Avonds wordt er meestal gezamenlijk gegeten met van allerlei nationaliteiten een ervaring wat met fietsen niet zo sterk het geval is. Ook is planning een aspect dat met meer overleg genomen moet worden, met de fiets kun je eventueel makkelijker verder maar te voet is 15 km al gauw 3 uur, bovendien loop je dan het gevaar dat er geen bed meer vrij is zodat je dan zult moeten improviseren. En gezien wij er voor gekozen hebben om geen tentje mee te nemen een extra handicap. Al weiger ik te geloven dat er nergens een slaapplaats te vinden is in geval van nood.

Buiten de redelijke conditie van ons, zijn er wel enkele ongemakken te melden, Marius heeft midden onder zijn voet een wondje wat enige zorgen baart, verder hebben wij beide wat kleine ongemakken die met een goede verzorging wel te tackelen zijn, zo denken wij.
Eten, drinken en onze voeten zijn de meest gekoesterde onderdelen die wij met de meeste zorg letterlijk en figuurlijk te lijf gaan.

Hopelijk is het weer morgen beter zodat wij nog meer kunnen genieten van de camino met al zijn schoonheden die ons ongetwijfeld weer te wachten staan. Wordt vervolgd

!

Oppassen voor overmoed

Gisteren op de Plaza Mayor, in de mooie oude stad Caceres, gezamenlijk gegeten met een vijftal mede pelgrims, nog wat nagekletst en daarna ons pensionnetje opgezocht.
Vrij goed geslapen, en dat “vrij” staat voor een gevecht wat wij beide hebben moeten leveren met enkele vervelende muggen. Marius was hierin het resoluutst door halverwege de nacht zijn muskietennet over zijn gezicht te trekken en voor de rest zorgvuldig onder de dekens bleef (het leek wel een bankrover met zijn zwarte netje over zijn hoofd).

Om precies zeven trokken wij de deur achter ons dicht en volgde het moeilijke eerste half uur om de stad uit te komen, wat iedere keer weer een crime is. Eenmaal op de goeie weg een droge homp brood uit de hand kauwend, want wij waren geen bar gepasseerd voor het gebruikelijke kopje koffie. Hiervoor, zo bleek achteraf, moesten wij eerst elf km overbruggen, grotendeels op de N 630 (vrij drukke autoweg).

Nog even gepind, en toen de inmiddels gebruikelijke grindweg op die ons door het zeer dorre weidse Extremadura leiden dat werkelijk zo droog was dat er nagenoeg niets groeide. Alleen enkele bloemen soorten, distels wel opvallend veel gele brem die vol in de knop stond. Het vee, hoofdzakelijk schapen, waren opvallend mager, wat verklaarbaar is omdat er niets te vreten viel.

Wel was het fascinerend te zien dat de grote granieten keien op de meest onmogelijke plaatsen alle vormen en afmetingen hadden. Ook de, in het verre verleden ( ijstijd of misschien nog wel eerder ) opborrelende lavastromen, waren heel bijzonder gedurende de gehele tocht.

Onderweg kwamen we net buiten Casar de Ermita van Santiago tegen. De weg waar wij over trokken wordt ook officieel ook wel de “Camino de las Barcas” genoemd omdat hij naar de Taag (Tago) loopt. Hier werd men in vroeger tijden met een schuit overgezet. Via een kronkelend stijgend en dalend pad kwamen we bij een gigantisch stuwmeer, na eerst de Almonte en later de Taag te zijn overgestoken.

De herberg aan de rand van het stuwmeer, waar wij nu verblijven, is uiterst modern, en zeer goed uitgerust. Zelfs superschone dekbedden in de kast. Eveneens verleend men de service om je was te doen, men hoeft hem maar in te leveren en de beheerder doet de rest. Wij hebben hier natuurlijk gebruik van gemaakt en al onze spullen die een wasbeits konden gebruiken aangeboden.

Ook al waait het fris, wij zitten constant rond en boven de 600 meter, lopen wij in de korte broek weliswaar op het bovenlijf drie à vier kledinglagen omdat deze combinatie ons plezierig overkomt. Opmerkelijk is wel, onze sokken worden enorm vuil van de stoffige wegen. Het resultaat van deze outfit is wel, Marius zijn benen worden steeds bruiner en Johannes zijn baard steeds witter (kleinigheidje blijf je houden).

De conditie is goed te noemen, zo denken wij, twee dagen achtereen met 11 à 12 kg op de rug een kleine 40 km afleggen over soms moeilijk begaanbare wegen die altijd heuvelachtig zijn is de realiteit. Belangrijk is: dat wij daarbij ook volop genieten van alles wat wij op onze camino tegen komen.

De komende twee dagen gaan wij om verschillende reden wat minder kilometers maken. Een van de reden is: de lange tocht van meer dan 40 km a.s. zaterdag. Morgen en overmorgen 25 km is daarom genoeg.

Voorlopige conclusie na een kwart van de geplande tocht; wij genieten met volle teugen ieder moment alle dagen, realiserend dat “een zwaluw nog geen zomer maakt” dat dan de winter verrekte ver weg is! Morgen is het voornemen om stil te staan bij “wat en welke voor en nadelen er zijn bij lopen en fietsen” een ervaring waar ik graag op een kwart van de camino “Via de La Plata” lopend bij stil wil staan.

Wordt vervolgd !

Vandaag drie records…

1). Wij zijn ons uitgebreide verslag van gisteren kwijt !
2). Wij zijn nog nooit zo laat gestart !
3). Wij hebben vandaag 38 km afgelegd !

Over ons zoekgeraakte verslag willen wij niet te lang stilstaan, en willen vanavond de à-pad nog eens onderzoeken en komt daar niets uit dan zullen wij een beknopt verslag achteraf doen.

Aandachtspuntje twee kunnen wij wel nader verklaren, het was geen verslapen, treuzelen of anderszins maar het was het gevolg van een deur welke pas om half open ging namelijk die van het klooster waar wij geslapen.

Op de verklaring van recordpunt drie zijn wij eigenlijk best wel trots, het is de afstand die voor ons een uitdaging was en uiteindelijk volbracht is in een opperbest humeur. Men kan hem ook zien als een training voor de komende dagen, er komen nog etappes van 40 km zonder ook maar een voorziening tegen te komen die afgelegd moeten worden onder weersomstandigheden welke op dit moment voor ons onbekend zijn. Maar daarover de komende dagen meer.

Toen wij vanmorgen om 7 uur als ratten voor de uitgang van het klooster stonden te wachten om naar buiten gelaten te worden moesten wij wachten tot half acht voordat de deur geopend werd.

Het overgrote gedeelte van de losgelaten pelgrims ging regelrecht de camino op in de veronderstelling dat er nog wel een mogelijkheid om was om ergens een broodje en koffie te krijgen. Wij hadden voor zeker gekozen om toch de nodige cafeïne (doping) binnen te hebben voor de voorzichtige planning om voor de afstand te gaan die het tenslotte geworden is.

Onderweg liepen wij vandaag weer op stukken van de originele “calvados romana” welke door de Romeinen aangelegd is. Hier troffen wij eveneens de eerste Romeinse mijlpalen langs de weg. Ook kwamen drie keer over een Romeinse driebogige brug over de Arroyos de Santiago. Deze bruggen zijn voor gemotoriseerd verkeer al jaren gesloten zodat deze intact zijn gebleven en alle drie goed gerestaureerd waren en daarom het aanzien meer dan waard waren. Op een gegeven moment staken wij de startbaan van een vliegveld over wat achteraf het sportviegveld van Caceres over.

Op het terras van het clubhuis hebben op een ijzeren bankje, uit de wind, onze lunch bestaande uit, brood, tomaten, vis en schapenkaas genuttigd, om daarna aan te zetten voor de laatste 18 km van vandaag.

Uiteindelijk zijn wij in Caceres aangekomen, na enkele mensen aangesproken te hebben om er achter te komen waar er een alberge was zijn wij tenslotte in een pension aangeland voor de prijs van € 30,- voor een tweepersoonskamer (voor de eerste keer luxueus).
Uitgebreid hebben wij ons gedoucht en ons wasje gedaan. En nu staan wij op het punt om samen met Jeanne, Henk en Lida te gaan eten met de intentie om een “menu de Pellegrini” te gaan bestellen, en dan indien mogelijk met een specialiteit van de streek.

Wij zitten met een heerlijk glas bier op de “Plaza Mayor” en ga stoppen met het tikken van dit verslag, maar ik kan jullie verzekeren “Het wordt vervolgt”.

Kleine wonderen op de camino!

Tegen onze verwachting in hadden wij een relatief goeie nachtrust gehad in de alberge van Merida alwaar wij met zo’n 30 personen op een slaapzaal sliepen. Boven boven wonder bleef overmatig gesnurk en gerommel ons bespaart, hooguit werd de rust verstoort door een aantal jongeren die vermoedelijk een stapavond hadden gehad in de stad. En die rond een uur of drie met de nodige herrie langs het gebouw kwamen waarin wij sliepen.
Om half zes ben ik (Johannes) opgestaan en lag Marius nog lekker te pitten, maar ook hij was al snel van de partij zeker toen om kwart over zes het licht centraal aanging en plotseling bedrijvigheid in de tent kwam. Voor zeven waren wij alweer onderweg en het zou ons niets verbazen dat er om kwart over zeven geen sterveling meer in de alberge was.

Ook vandaag werden wij verwend door te lopen door Extremadura op zijn mooist, namelijk een prachtig landschap met af en toe de stralen tussen de eeuwenoude steeneiken van de opkomende zon door. Een prachtig open landschap met weidse panorama’s met in de verte bergen. De meeste weiden met steeneiken, andere stukken begroeid met struikelde, lavendel, christusdoorn e.d. Ongetwijfeld een van de indrukwekkendste stukken van de Via de la Plata.

Ongeveer  5 km na Merida lag een stuwmeer dat de stad voorziet van het nodige water. Het heeft een capaciteit van 4 miljoen kubieke meter en heeft een omtrek van 55 km. Het wordt van water voorzien door de “La Adelfa” beek d.m.v. een kanaal van 4 km lengte. Het water verlaat het stuwmeer door een ondergronds kanaal, een aantal van deze ondergrondse leidingen werden pas in 1988 ontdekt. Via het aquaduct “Los Milagros” kwam het in het 10 km verder gelegen Merida terecht.

Spanje heeft sinds mensenheugenis te maken met waterkwaliteit en watertekorten zeker na de toename van industriële en agrarische vervuiling en door toename van de bevolkingsgroei. Extremadura heeft hier extra hinder van om dat dit gedeelte van Spanje zeer weinig regen krijgt en men aangewezen is op slecht water voor zowel consumptie als ook voor b.v. Irrigatiewater. De vegetatie tussen rotsachtige gronden waarop hoofdzakelijk schapen weide was alle bruin en dor en onvoorstelbaar dat er nog enig voedsel door deze beesten gevonden kon worden.

Vroeg in Merida

De dagelijkse plichtplegingen om te kunnen vertrekken gaat in tijd met de dag korten. Om half zeven uit bed, wassen, voeten verzorgen, aankleden en onze rugzakken pakken en om zeven uur naar de bar 500 meter verderop was vanmorgen ongeveer hetzelfde ritueel zoals iedere dag. Met ruim voor half acht in de donker vertrekken richting Merida was vandaag de tiende wandeldag ingegaan.

Wij liepen direct de stad uit het weidse landschap in. Vrij snel liepen wij op en langs de slapende autoweg de N 630. De eerste hindernis moest genomen worden na pakweg acht km toen wij plotseling voor een brede sloot ( riviertje ) stonden van pakweg 5 meter water, overigens niet de eerste keer tijdens onze tocht wij zijn er de laatste dagen verschillende over moeten steken, wat tot nu toe altijd lukte om geen natte voeten te krijgen. Deze keer moesten wij een stuk omlopen omdat deze hindernis deze keer niet te nemen was zonder natte voeten te krijgen hij was namelijk te diep en bovendien ontbraken de noodzakelijke stapstenen. Na dit obstakel getackeld te hebben werd de route een stuk aantrekkelijker omdat het landschap gevarieerder werd door o.a. wuivende korenvelden maar ook percelen met knoflook en voor ons onbekende gewassen. De olijf- en druivenstruiken bleven wel de overhand houden afgewisseld met braakliggende stukken grond welke door de rotsachtige bodem onbewerkbaar waren en dus als natuurgronden aangemerkt mogen worden. De variatie die ontstond door deze verscheidenheid maakte het tot een mooie wandeling.

Na 16,5 km liepen de historische stad Merida binnen, al direct over de bekende Romeinse brug van 792 meter met 60 bogen, over de rivier Guadiana, welke nog tot de 20e eeuw door auto verkeer in gebruik was. Ondanks dat het pas half elf was hebben wij meteen een bed gearresteerd in de Municipal-Alberge, opgefrist en daarna een platte grond gehaald bij het plaatselijke toeristenbureou. Zoveel indrukken hebben wij daarna opgedaan zoals de prachtige Romeinse brug over de Ibarregas rivier maar ook de zogenaamde Los Milagros en San Lazaro aquaducten waren bouwwerken waarvan wij denken dat deze vandaag de dag niet meer gebouwd kunnen worden. Ook de Kathedraal en het Amfitheater heeft Marius met zorg op foto en film vastgelegd om ter zijnertijd te kunnen laten zien voor de thuis blijvers.

Het was qua wandelen een korte tocht maar het zien van Merida daarbij wel een hele vermoeiende en mooie dag. Wij hebben tussendoor een heerlijk glas wijn gedronken in de binnenstad en gaan vanavond nog een Menu Peligrinno verorberen zodat wij morgen weer fris en vrolijk de volgende etappe door Extremadura  kan worden gemaakt.

Het weer is veelbelovend, onze ledematen voelen goed aan en het humeur is optimaal, kortom ook voor morgen hebben wij er weer zin in.

Het plan is vroeg vertrekken omdat er weinig voorzieningen zijn in de Alberge, zodat het ‘s morgens dringen is bij de wasgelegenheid en het toilet, en wanneer je wat later bent de ruimtes enigszins bevuild (worden) zijn.

Wordt vervolgd !!!!