Een dag Santiago wel voldoende

Door vanmorgen te blijven liggen en te wachten tot het overgrote deel van de pelgrims vertrokken waren uit het voormalige Semenarie, wat nu dienst doet als onderkomen voor pelgrims, was het een vreemde start van de (zon)dag.

Uitgebreid gedoucht en daarna ontbeten, met de inmiddels gewoonte getrouw muesli met melk, was het tegen tienen toen wij (Teun en ik) richting de binnenstad togen, waar het al een drukte van vanjewelste was overwegend binnen lopende pelgrims. Het was leuk om al deze mensen, die van alle kanten kwamen, de meeste onwennig, andere geëmotioneerd en onder de indruk, dat het doel Santiago bereikt was. Wij waren extra attent of er misschien pelgrims tussen liepen die wij de afgelopen 6 weken ontmoet hadden of zelfs enkele dagen mee opgelopen. Ondanks er tientallen voorbij kwamen waren er verschillende bekenden bij wat warme en intense ontmoetingen tot gevolg had. Onder het genot  van een kop koffie realiseer je je dan, dat het ook vele  nationaliteiten zijn waar dat je in die afgelopen 6 weken contact hebt gehad eigenlijk lief en leed gedeeld. Ook kwamen Henk en Lida binnen waarvan ik dacht dat ze voor mij zouden lopen. Kortom verrassingen over en weer.

Wat mij enorm verrast heeft is de drukte die er heerste op de camino France, volgens de verhalen was het werkelijk file lopen en komen daar 250 tot 300 pelgrims per dag langs. Wij waren, op de Via de la Plata, tussen 20 en 30 pelgrims per dag gewend wat een wezenlijk verschil is.

Om 12 uur was de gebruikelijke Pelgrims mis met een propvolle Kathedraal.
Om 11 uur hadden wij onze intrek al genomen om niets te missen van o.a. het slingerende wierooksvat en de geweldige samenzang van honderden mensen. Een ritueel wat men als pelgrim niet mag missen.

Vanmiddag hebben wij nog de oude binnenstad bekeken wat mooi en gezellig was, mede door de vele straatmuzikanten, maar na zo’n lange stille wandeltocht ervaren wij het ook best wel vermoeiend, en zijn daarom ook weer blij om morgen onze vertrouwde rugzak weer op te doen en voor dag en dauw richting Finisterre te gaan.

De tocht ‘Via De La Plata’ is volbracht. Het volgende doel (Finisterre) wil ik plaatsen onder de noemer afbouwen en vast inleven op de normale alle dag, samen met mijn gezin, familie, vrienden en kennissen.

Morgenvroeg vertrek ik uit het drukke Santiago, en zal ik het blijven herinneren als een einde aan een prachtige camino. Het mag duidelijk zijn dat de belevenissen van de komende dagen ook aan het papier toevertrouwd zullen wordende eigen woorden, wordt vervolgd !!

Ineens zie ik Santiago liggen

Bijtijds vertrokken want wij wilde immers vroeg in Santiago zijn om de gebruikelijke plichtplegingen te vervullen. Waarvan zonder twijfel het ophalen van de Compostella, een soort erkenningsbewijs voor het volbrengen van de tocht. Men verstrekt deze niet zonder slag of stoot maar na een grondige controle of de afstand wel is afgelegd en of de afstanden, welk men afleid van de vergaarde stempels, aannemelijk en uitvoerbaar zijn.

De laatste etappe ging hoofdzakelijk door de Gallische bossen over licht geaccidenteerd terrein, zodat dit ook geen spectaculaire plaatjes opleverde. Behalve het bovenaanzicht van Santiago dat, nadat ik op een hoge bergkam aankwam,  een verrassend en herkenbaar beeld liet zien.

Een bijzondere rare gewaarwording, bij het zien van Santiago, was de vrijwel automatische gedachten aan thuis wat boven kwam drijven, ik schaar hem onder onbewust opwekkende heimwee dat te verklaren is met ‘het einde is in zicht’. Een soort overval waarop ik totaal niet gerekend had maar wel verklaarbaar is na zes weken onder sobere omstandigheden iedere dag opnieuw een aanzienlijke afstand lopen met het nodige klouterwerk, je eigen potje verzorgen, je eigen wasje doen en vooral optimale aandacht aan lijf (voeten) en leden.

rrVanmiddag ben ik Santiago in geweest en ook de kathedraal  bezocht wat overigens niet zo’n grote indruk maakte als de vorige keren toen ik de stad van Jacobes bezocht. Ik heb achtereenvolgens mijn boodschappen gedaan voor vanavond en morgen, zodat het bezoek aan de mis (morgen om 12 uur) voorlopig de enige verplichting voor morgen is.
Mijn voornemen is om morgen verder mijn eerste rustdag in te plannen sinds mijn vertrek op 10 april.

 

 

Maandag gaat de tocht weer verder naar Fisterre (het einde van de wereld) 90 km verder. Of ik hierna nog naar Muxia loop (30 km) is op dit moment nog onduidelijk en hangt af van de omstandigheden, maar hierover zal ik jullie berichten. Wordt vervolgd !!!

Vandaag ideaal wandelweer

Ondanks de weersverwachtingen niet optimaal waren en het vanmorgen een dreigende lucht was, is het weer meegevallen en was het zelfs ideaal wandelweer.

Over het algemeen liep ik door de bossen van Galicië veelal in de schaduw en heel sporadisch langs een weiland waarvan in veel gevallen het gras gemaaid of zelfs al gehooid was. Halverwegen een kop koffie en direct na de middag in laatste alberge voor Santiago.

In tegenstelling tot de eerste weken verloopt de camino steeds relexter. Niemand maakt zich zorgen dat hij geen slaapplaats vind, de hele middag tot in de avond komen pelgrims binnen. Er heerst een soort familiegevoel op alle gebied. Men proeft een soort van caminoverzadiging vlak voor het einddoel.

Na zes weken lopen met mijn zelf gemaakte stok met daarin verschillende versierselen aangebracht door onder andere de namen van mijn dierbare er in te kerven mag ik concluderen dat het een succes blijkt te zijn. Niet alleen de stok als hulpmiddel maar ook de grote belangstelling die er voor is onderweg door pelgrims, in bar’s en eigenlijk op alle plaatsen waar ik kom. Bovendien is het een makkelijk voorwerp om een gesprek te openen, onwillekeurig op elk moment van de dag met iedereen welke nationaliteit dan ook. Ik durf zelfs te beweren dat hij gedurende de tocht mijn beste vriend is geworden. Met een oogopslag heb ik alles, wat thuis betreft, in beeld  en op momenten dat het wat moeizamer gaat geeft het weer de motivatie om verder te gaan.

De rugzak is ook een attribuut dat na verloop van tijd niet weg te denken is. Niet alleen iedereen heeft er een maar hij valt duidelijk onder noemer van ‘eerste levensbehoefte’ alles heeft zijn eigen plekje in en op de zak, kleding, eten, drinken,  reispapieren enz. Als er gestopt wordt gaat hij als eerste af,en andersom wanneer men weer opstapt is het de rugzak die als eerste weer omgedaan wordt. Je houding wordt er zelfs automatisch op aangepast om bij een constante extra 12 kg op je rug de juiste balans te verkrijgen.

De laatste alberge voor Santiago voor mij, ligt op 17 km, hiervoor is bewust gekozen omdat ik morgen op tijd en fit aan wil komen zodat ik morgenmiddag nog een bezoek kan brengen aan de Kathedraal. Ik ga daarna ook pas beslissen of ik doorloop naar Finesterre wat minimaal 3 dagen in beslag zal nemen ( 100 km). Morgen meer, morgen komt er weer een dag, morgen wordt het vervolger !!

Nog drie dagen naar Santiago

Gisterenavond hebben wij (Imke, Cristien, Teun en ik ) besloten om de afstand naar Santiago te verdelen in drie etappes. De achterliggende gedachte was om niet uitgeleefd  en afgepeigerd in Santiago aan te komen. Onze eerste overnachtingsplaats  is daarom Banceira waar wij een Hostel hebben betrokken in het centrum.

Na 17 km was het vandaag mooi geweest en wachtte er een tweepersoons kamer (Teun en ik) in een eenvoudig en knus Hostel voor de schappelijke prijs van € 30,- (voor twee personen). Rond de middag hebben wij ons ingecheckt en om twee uur hebben wij ons laten verwennen met een heerlijk menu de dia, nadat wij ons uitgebreid gedoucht en opgefrist hadden.

Onbewust speelt in het achterhoofd  Santiago en het einde van de camino een steeds grotere rol, wat mij tot het besef brengt dat het einde in zicht is van de camino.
Pelgrims om mij heen krijgen steeds meer haast (vleugels) om hun einddoel te bereiken, een gevoel wat ik probeer te onderdrukken door mijn etappes in te korten zodat ik  redelijk uitgerust mijn eindbestemming hoop te bereiken, en zelfs mogelijk uit te breiden door verder te lopen naar Finnestera of Misschien zelfs wel Muxia.

Ondanks de weerberichten niet optimaal zijn zie ik uit naar de dag van morgen, de voorlaatste dag naar het doel wat Santiago heet, maar daarover mogen meer!

Ook in Galicië kan het snikheet zijn

Iedereen was vroeg uit de veren om de kille slaapzaal te verlaten. Ook was het algemeen bekend dat het eerste stuk vandaag klauteren was en dat het raadzaam zou zijn deze klus te klaren voordat de zon zich zou openbaren. Het was een heel bijzonder gezicht om, wanneer je achterom keek, het klooster van bovenaf zag, maar ook dat dit gigantische complex sneller kleiner werd naarmate er geklommen werd.

Vandaag heb ik evenals gisteren de hele dag met Teun, een geboren Fries uit Zutphen gelopen. Veel kronkelende smalle wandelpaadjes, afgewisseld door asfaltweggetjes tussen gestapelde muurtjes door met vele vergezichten en veel met stenen afgemaakte weilanden van de keuterboeren welke hier het landschap bepalen wanneer er geen bossen of ander natuurgebied betrof. Regelmatig kwam ik door een dorpje waar het leek of de tijd daar al 100 jaar of langer stil gestaan had. Bovendien wekte het regelmatig de indruk dat deze uitgestorven waren. Het maakte de tocht er interessant en nostalgisch van.

Om half twee hadden wij besloten om een siësta in te lassen omdat de temperatuur dermate werd dat het lopen in de zon ondoenlijk was. Wij hebben toen een menu de dia genomen met een aantal glazen bier. Wat overigens goed bevallen is al hadden wij toen wij om vier uur verder gingen wel enige startproblemen bergje op met meer dan 30 graden.

Maar ook de laatste 8 km hebben wij overbrugt, en zijn wij gestopt in een alberge in À Laxe 32 km na onze start vanmorgen.

Morgen voorlaatste etappe voor Santiago en het verslag mag men verwachten. Wordt vervolgd !!

Heerlijke tocht vandaag

Licht bewolkt was het met mijn vertrek vanmorgen om kwart voor zeven uit Ourese. Maar gelukkig was de zon in staat om deze te verdrijven zodat ik kan terug zien op een mooie zonnige dag.

Het bewijs werd wederom vanmorgen geleverd dat je bij het verlaten van een stad moet blijven letten, men kon kiezen uit twee routes en ik had besloten om de rechtse te nemen en prompt liep ik de afslag voorbij zodat ik weer een kilometer terug moest samen met een Duitser en Teun een Hollandse man waar ik verder de hele dag gelopen heb.

Het beloofde een pittige dag te worden omdat wij weer zo’n 500 meter moesten stijgen, maar dat voel uiteindelijk mee omdat zowel de natuur als de vergezichten verrassend mooi waren. Langzaam maar zeker verlieten wij de grote mooie stad Ourense en hadden wij regelmatig een prachtig beeld hiervan wanneer wij achterom keken. De route bestond voor het grootste gedeelte uit smalle bergpaden en een prettige bijkomstigheid was dat men veelal in de schaduw liep. Het plan was om vandaag 22 km te lopen maar omdat het nog vrij vroeg was is het bijgesteld.

Mijn overnachtingsplaats is in Oseira in het klooster ook wel het El Escoriaal van Galicië genoemd. Een indrukwekkend gebouwen complex waar ik vanmiddag een zeer interessante rondleiding heb gehad. Vergelijkbaar met s’werelds mooiste Kathedraals met hun bijgebouwen. In 1115 was men met de bouw gestart in opdracht ( en kosten ) van verschillende koningen, maar ook schenkingen van ingetredenen en begunstigers waren de financiers  en pas in de 17 e eeuw was het klooster gereed. Kosten nog moeite zijn er al die tijd maar ook daarna gespaard. Nu staat het op de Europese monumenten lijst en wil men dit prachtige complex redden c.q. behouden, ondanks dat er maar enkele monniken verblijven en er maar sporadisch eentje intreed.

Er werd ook de gelegenheid geboden om een dienst bij te wonen waarvan ik gebruik heb gemaakt door de dagelijkse vespers bij te wonen. Om 10 over 7 werden wij ( enkele pelgrims) opgehaald en werden door het klooster naar de kapel geleid. Het verzoek was om niet te praten (doen de monniken ook nooit) . In de kapel werd hoofdzakelijk gezongen in het Spaans wat indrukwekkend en speciaal was temeer omdat dat juist de nooit pratende monniken zijn.

In de slaapzaal van +/- 40 x 20 meter en 8 tot 12 meter hoog met op de grond rode tegels en maar 2 raampjes was het muf, koud en vochtig 9 van de 40 gestapelde bedden waren bezet. Een aparte ervaring (kloosterleven???).

Morgen verder, Santiago is nu nog minder dan 100 km

Afgedaald naar Ourense

Midden in Ourense aan de Plaza Mayor, zit ik in de schaduw met een koud glas bier op een terras mijn verslag te tikken. Na een kleine zes uur kwam ik direct na de middag aan in een voormalig Franciskaner klooster dat op het hoogste punt van de stad gebouwd is en waarvan men een mooie herberg heeft gemaakt met een dikke 30 bedden.

In Ourense starten veel pelgrims omdat men precies over de honderd kilometer gaat tot Santiago en wat dan recht geeft op het certificaat als bewijs dat je de camino gelopen hebt. Het enige rechtvaardige is het tijdstip van inschrijving voor een slaapplaats, dat kan namelijk alleen vanaf half acht voor de starters om zodoende de onderweg zijnde pelgrims niet teleur te moeten stellen doordat er geen bed meer voorradig zou zijn.

De tocht van vandaag moet ik als vrij simpel beschrijven omdat ik vandaag een keten van kleine dorpjes en gehuchten ben gepasseerd waarbij opmerkelijk was :  de nieuw en in aanbouw zijn van vele grote en moderne huizen, waaruit ik concludeer dat de levensstandaard in deze streek ook wat hoger is dan wat ik de laatste weken heb ervaren.
Verder was het opvallend te noemen, de vrij sporadische druivenstruiken stonden veel verder in het blad dan van wat ik gewend was evenals de overige loofbomen. Ook een gevolg van 400 meter dalen!

Vanuit mijn strategische plaats op de Plaza Mayor constateer ik dat vrijwel iedereen rookt, met name de jeugd daar is het een uitzondering wanneer hij of zij niet rookt. Ook gooit men alles op de grond, papiertjes, prikkers en pindaschillen.

Ik heb mij voorgenomen om straks ‘Pulpo à Feira’ (octopus, oftewel Inktvis) te eten, een geliefd Galicië’s gerecht en een geliefd gespreksonderwerp. De oude Grieken beweerden al dat deze de mannelijke geslachtsdrift prikkelde en bovendien hielp tegen impotentie. Ik zie er naar uit om deze lekkernij samen met rode ribeiro te nuttigen.

Mijn Hollandse vrienden Henk en Lida heb ik nog niet getroffen en ik heb mijn twijfels of dat ik hen nog ga zien. Zij wilde een dagje extra blijven in de mooie stad Ourense terwijl ik met de gedachte speel om morgen verder te gaan. Hoe ik daarmee omga bericht ik morgen!!!

Een zonnige zondag

Uitgesproken nu ik Galicië ben binnengegaan is het weer super te noemen. Ondanks dat Galicië de naam heeft dat daar de meeste regen van Spanje valt is het nu zonnig en droog.

De echte bergen heb ik vandaag achter mij gelaten, deze hebben plaats gemaakt voor een meer heuvelachtig landschap, met zeer gevarieerde plaatjes, van zowel landbouw als veeteelt, maar ook wijnbouw ziet men regelmatig terug. Maar het overgrote deel van de omgeving bestaat nog steeds uit een zeer bloemrijk natuurgebied, met hier en daar een onderbreking van rotsen of grote natuursteen keien.

Ondanks had ik vandaag al vrij vlug te maken met een stevige klim, bij Tamicellas moest ik over een minimale afstand dik 400 meter stijgen op en over rotsblokken wat de nodige energie kosten met het zonnetje in de nek.

De zogenaamde Horreos kwam ik gisteren maar af en toe tegen, vandaag daarin tegen waren ze overal te zien. Horreos zijn pittoreske voorraadschuren van graniet, hier slaan de Galicische boeren van oudsher hun maïs op en soms ook uien, knoflook, pompoenen en andere groenten. De Horeos zijn een erfenis van de Kelten. Ze staan op houten of stenen palen om de opgeslagen waar te beschermen tegen bodemvochtigheid, ratten, muizen en andere knaagdieren. Het dak is van planken, stenen platen, tegels of (steeds zeldzamere) een dikke laag stro en wordt veelal voorzien van een stenen kruis.

Mijn gebruikelijke (wandel) dagindeling ziet er als volgt uit : tegen zes uur sta ik  op, wassen, kleed mij aan, rugzak inpakken (meestal zachtjes omdat er nog veel pelgrims slapen), bakje thee zetten, iets eten en op weg. ‘s Avonds heb ik in het routeboek gekeken waardat de camino loopt zodat ik zonder problemen op de weg met de gele aanwijspijlen kom. Meestal gaat de route al vrij snel de onbewoonde wereld in en in de meeste gevallen duurt het kilometers voordat ik voorbij een bar kom om mijn eerste (en meestal enige) bakske koffie te kopen. Voor de dag heb ik altijd 1,5 tot 2 liter drinken bij evenals enkele energie repen, fruit en een yoghurtje. Een dagtrip duurt in de meeste gevallen tussen 6 en 8 uur, uitzonderingen daargelaten.

Aangekomen bij de herberg (alberge) kun je een bed krijgen tegen een kleine vergoeding (tussen 0 en 8 €) en mag je gebruik maken van douche, keuken en toilet, in bijna alle gevallen is er een gemeenschappelijke ruimte. Het eerste wat je doet is douchen, je wasje doen voeten verzorgen en boodschappen doen voor de volgende dag. Ook maak ik vaak een simpele lunch omdat je ‘s avonds meestal pas vanaf 8 uur een menu de dia (€7,- a €9,-) kunt krijgen. Tussendoor maak ik dan mijn verslag. Met andere woorden een vrij druk programma.

Tot zover het leven van een Pelgrim.
Wordt vervolgd !

Mooiste tocht tot nu toe

Verreweg de mooiste tocht tot nu toe heb ik vandaag gelopen door de bloemenzee van Galicië. Inmiddels ben ik al een dikke maand onderweg en is het ‘s morgens ook een uurtje eerder licht. Zo kon het gebeuren dat ik al voor half zeven aan het lopen was. De zon op zien komen in de Galiciëse bergen is een bijzonder schouwspel, zeker in de heuvels met de rijk vertegenwoordigde bloemen als decor. Evenals twee jaar geleden kan ik niet beschrijven welk een mooie plaatjes de ontelbare hectares, twee meter hoge paarse hei, een wonderlijk geheel vormen. Natuurlijk werkt het weer hier op dit moment ook positief aan mee, maar ook de verschillende bremsoorten maken allemaal fenomenaal. Boven de 1000 meter groeien er nagenoeg geen bomen zodat het zicht ook ver strekt.

Eigenlijk ben ik de hele dag op en boven die hoogte geweest zodat ik constant dit fantastische beeld voorgeschoteld heb gekregen. Vandaag heb ik ook voldoende ver van de autobaan gelopen zodat dat geronk op afstand ook niet aan de orde is geweest. Toen ik boven op de top van een van de rijk gekleurde bergen kwam werd ik verrast met een groot stuwmeer wat ook een geweldig plaatje opleverde.

Uiteindelijk ben ik gestopt in Laza en had ik 36 km in de benen. De tijd vliegt voorbij, al meer dan een maand onderweg, al 10 dagen alleen, en de 800 km reeds gepasseerd. Belangrijkste is : ik geniet nog van iedere dag van ieder moment !

De Nederlanders uit Rosmalen zijn ook weer boven water zij hebben ook een bed toegeëigend in dezelfde alberge als ik. Zij hadden gisteren in een Hostel geslapen vandaar. Morgen op moederdag gaan we weer verder en volgt ongetwijfeld het nieuwe verslag!!

Blij met het eindpunt À Gudina

Gisterenavond goed gegeten met Henk en Lida van Grunsven. Vanmorgen met een broodje met blikvis en een kop thee om zeven uur vertrokken. Ik kon niet inschatten of ik nog, en wanneer ik langs een bar zou komen voor een kop koffie, maar had mij er enigsinds tegen gewapend met fruit en puddinkjes in mijn rugzak. Deze bleken vandaag meer dan nodig, ik kwam niet langs een bar of winkel zodat mijn proviand over 25 km verdeeld geheel op was.

Vandaag werd het een tocht van afzien!  De eerste 3 km ging het nog naar beneden, maar daarna werd het klimmen en klimmen, hoofdzakelijk over de bodem van rivieren zodat men steeds over stapstenen die onder water lagen je weg moest zoeken, het was niet alleen zeer vermoeiend maar het vergde ook opperste concentratie.
De stapstenen die onder (opvallend helder) water lagen waren zelfs af en toe met een gele pijl voorzien.

Wanneer je zo enkele uren bezig bent vloeid de kracht daadwerkelijk uit je benen kan ik verzekeren, zeker als iedere stap 20 of meer cm ophoog gaat. Af en toe stap je bijna weer terug en kleine pauzes moet je op de gekste momenten inlassen om je bovenbenen de kans te geven om te herstellen, terwijl het zweet van je gezicht afstroomd lijkt er geen einde aan te komen.

Achteraf zag ik in het begin wel enkele pelgrims de grote weg kiezen, die hadden waarschijnlijk voorinformatie en wisten van de vrijwel onbegaanbare paden af. Dit verklaard ook dat ik tijdens de hele tocht vandaag maar 3 medepelgrims gezien heb.
Maar ik heb een grote troost, op het eind kan ik zeggen dat ik de gehele ‘Via De La Plata’ gelopen heb zonder een stukje over te slaan of af te snijden.

Het gevolg van deze uiterste krachtsinspanning zal morgen, een in te korte etappe zijn vrees ik, mijn ledematen geven dat op dit moment duidelijk aan.  De enige Nederlanders , op dit gedeelte van de tocht, Henk en Lida, heb ik ook nog niet binnen zien komen en ik vrees dat ze ergens zijn moeten blijven omdat het hen niet gelukt zal zijn dit varkentje te wassen.

Tijdens het lopen vandaag kon je echt wel merken dat we Galicië gaan naderen. Het landschap is bergachtiger, groener (regen!) en mede door de bodemgesteldheid is de landbouw kleinschaliger. De eerste Eucalyptus bomen heb ik gesignaleerd en doen wonderlijk aan in dit landschap.  De percelen landbouw- en veeteeltgronden zijn veelal gescheiden door een wirwar van stapelmuurtjes.

Het hoogste punt vandaag was over de pas van â Canda (1260 m) die de grens markeert tussen Castilla en Leon en Galicië. Opvallend was wederom de geweldige bloemenzee van meters hoge paarse hei maar ook de brem was vandaag weer ruim toezien.
Op een gegeven moment ging het paadje midden door een afgebrand gebied waarvan ik op geen enkele wijze in kan schatten hoe groot dit stuk verbrand natuurgebied is, wel heb ik kunnen constateren dat men met bulldozers een brandgang gemaakt had om het vuur indertijd te bedwingen. In 2004 hebben wij in onze tocht zo’n brandbestrijding op afstand gezien toen helikopters aan en af vlogen met waterzakken. Ik kan nu ook begrijpen dat zulke branden moeilijk te bestrijden zijn vandaar de inzet van zo’n materieel.

Morgen gaat de tocht wederom over kleine bergpaadjes en of ik de geplande 36 km vol ga maken is op dit moment nog onduidelijk, er is een mogelijkheid om te overnachten op 20 km. De vorm van morgen zal dat bepalen, dus eerst slapen en dan zien wij weer verder. Wordt vervolgt !!