Regen heeft ook voordelen

Vannacht hebben wij niet met 12 personen in een kleine alberge geslapen maar met 15 !
Midden voor de voordeur lag op een matras een Engelsman en in de zogenaamde zitruimte ( 3 x 3 meter ) waren eveneens twee matrassen neergelegd waarop een Duitser en een Fransman op sliepen. Het was een hele onderneming om s’nachts in het donker al stappend over de mensen heen je weg te vinden. Op onze (vierpersoons) kamer lagen ook Lida en Henk die hadden evenals Marius er voor gekozen de kleren aan te houden om de doodeenvoudige reden dat er werkelijk geen plaats was om je om te kleden laat staan je kleren neer te leggen. Wonder boven wonder hadden wij alle vier goed geslapen en dat is uiteindelijk het belangrijkste.

Toen wij buiten keken moesten wij constateren dat het pijpenstelen regende. De regen outfit aan en toch maar vertrokken na eerst een snee geroosterd brood en koffie in de bar genomen te hebben. Een kilometer moesten wij afleggen voordat wij op de camino zaten. Het eerste stuk liepen wij weer door een natuurpark wat weer een geweldige ervaring was, weliswaar een heel ander aanblik als bij zonlicht en/of droog weer. Om de hele dag, zoals vandaag, door de regen te lopen zonder nat te worden heeft niet alleen een praktische kant maar ook een gevoel van, ook de weergoden maken ons niets ! Als je dan bedenkt dat heel Extremadura met smart wacht op het geschenk dat regen heet ga je op zekere hoogte hiervan genieten.

Opvallend was de verandering van het landschap. Liepen wij tot de middag nog door het lavaachtige natuurgebied, dat veranderde na de middag langzaam in een landschap met meer de nadruk op landbouw door afwisselend weilanden en koren tegen te komen. Kortom de heuvelachtige gronden leende zich ervoor om meer te kunnen verbouwen omdat de grote stenen en lava schollen in deze streek vrijwel niet voorkomen. Niet dat het geweldige goede gewassen zijn, wel veel beter als b.v. honderd kilometer terug.
Je kunt het overigens aan alles zien, de huizen ( krotten ) zijn kwalitatief beter maar ook bijvoorbeeld de bar waar wij onderweg een kop koffie dronken, met een groente taartje, begint op een echte bar te lijken wat wij buiten de grote steden al een poos niet meer gezien hadden.

Het werd uiteindelijk een lange tocht. Wat wij van te voren wisten, wij hadden voor het eerst een kamer gereserveerd omdat de tocht van morgen minimaal 40 km zal gaan bedragen wilden wij perse verzekerd zijn voor een slaapplaats in Carcaboso de laatste mogelijkheid voor die lange etappe.
Een tegenvaller vandaag waren de laatste 22 km over asfalt, wij hebben beide last van onze enkels omdat het gedreun op het asfalt toch de enkels extra belast, met het gevolg dat er een klein belletje gaat rinkelen dat pijn heet. Wij gaan dit bestrijden met een goede verzorging en voor de rest van de dag zoveel mogelijk rust. De medicamenten die er voor nodig zijn hebben wij vanmiddag weer aangevuld.

Een bijzonder voorval diende zich vanmiddag aan. Wij hadden immers gereserveerd bij alberge ” Ruta de la Plata” waar de eigenaresse Helena bekend staat om haar consejos ( adviezen ) aan de pelgrim op haar website die in alle gidsen vermeld staat. Die zelfde Helena stond  6 km terug ons op te wachten, sprak ons aan, dat ze kamers verhuurde waarop wij zeiden dat wij gisteren al gereserveerd hadden. Haar reactie was super door ons beide uitgebreid te omhelsden en te kussen alsof ze ons al jaren kende. Ook bood ze aan om een lift te geven omdat het nog 6 km was en het behoorlijk regende, waarvoor wij haar bedankte en duidelijk maakte dat wij er de voorkeur aan gaven om de gehele tocht te lopen.

Toen wij in de alberge aankwamen om half vier bleek dat er nog maar een pelgrim binnen was en wij dus nummer twee en drie. Wij werden hartelijk door Helena ontvangen en werden onze kamers aangewezen. Eerst werd Marius verwezen naar een drie persoons kamer, ik volgde hem op de voet waarop ze hard getaald Spaans begon te speken, haar uiteindelijke boodschap was dat ze voor mij een een persoons kamer voor ogen had, welke ik natuurlijk niet weigerde en na overleg met Marius hem ook ingepikt heb.
Wij zijn erg benieuwd naar de dag van morgen !

Namens Marius en Johannes dank voor jullie aandacht, en morgen weer verder !

Het kan ook regenen in Extremadura !

Gewapend in regenkleding vanmorgen om 10 over zeven vanuit de alberge vertrokken.
Na pakweg 1 km moesten wij beslissen, nemen wij de N 630, of gaan wij toch de gele pijlen van de camino volgen? Er werd besloten om de officiële camino te volgen, wat inhield over rotsachtige bergpaden met af en toe een pittige klim. De gladheid viel mee alleen werden onze schoenen van tijd tot tijd behoorlijk zwaar van de aankoekende donkerbruine kleiachtige grond. Eveneens concludeerde wij dat wij de enige pelgrims waren die voor deze optie gekozen hadden alle anderen durfde het schijnbaar niet aan of vonden de keuze om over de asfaltweg te gaan beter.

Heerlijk is het om achteraf van de gemaakte dagtrip de optimale voldoening te hebben van de gewaagde beslissing.Eenmaal bij de eerste klim aangekomen met hoofdzakelijk leistenen paden zagen wij ook steeds meer de witte marmerstrepen tussen de leisteen opdoemen evenals de grote witte kiezels (stenen).Het wordt eentonig maar de onvoorstelbare prachtige vele gele brem was ook vandaag te zien,  kilometers ver, met af en toe enkele koeien daartussen, of een kudde schapen.
Vandaag hebben wij ook de hele dag tussen de bouwwerken van een aan te leggen autobaan geslingerd enorme kunstwerken met overbruggingen van de toekomstige autoweg van honderden meters wat op z’n minst interessant te noemen is.
Wat verder opviel was, nadat wij het stadje Canaveral waren gepasseerd, de plotseling opdoemende rood-oranje marmer waarover een stevige klim gemaakt moest worden.
Het landschap veranderde hierna nog meer toen wij kwamen te lopen onder de steeneiken, een fenomeen wat wij nog niet meegemaakt hadden. Wel links en rechts naast ons maar er onderdoor was wat dat betreft nieuw.Omdat het behoorlijk bleef regenen kwam er door de sloten (riviertjes) ook meer water zodat wij meerdere malen via stapstenen de overkant moesten zien te bereiken.

De plaatselijke bevolking is ongetwijfeld in haar nopjes met de regenval die nu plaatsvind ook al is het gezien de behoefte een druppel op de bekende gloeiende plaat.Na 22 km hebben wij een alberge municipal betrokken in Grimaldo welke 1 km van de camino afligt.
Drie kleine kamertjes met ieder 4 stapelbedden dus 12 slaapplaatsen is de capaciteit, en de kosten zijn Donativo, wat wil zeggen een vrijwillige bijdrage. Voor de warme maaltijd en het ontbijt wordt €8,- gevraagd. In het dorp zijn verder geen voorzieningen.

Om terug te komen op mijn belofte in het verslag van gisteren als het gaat over het vergelijk “fietsen – lopen” het volgende. Duidelijk is wel na dik 300 km, dat lopen een geheel andere discipline betreft, andere spieren maar ook de beleving o.a. kontakten onderweg met medepelgrims zijn veel intenser omdat men veel langer in tijd met elkaar optrekt maar ook in de overnachtingsplaatsen waar men wel eens genoodzaakt vroeg aankomt, zijn de meest uiteenlopende gesprekken aan de orde met en/of zonder een glas wijn.
‘s Avonds wordt er meestal gezamenlijk gegeten met van allerlei nationaliteiten een ervaring wat met fietsen niet zo sterk het geval is. Ook is planning een aspect dat met meer overleg genomen moet worden, met de fiets kun je eventueel makkelijker verder maar te voet is 15 km al gauw 3 uur, bovendien loop je dan het gevaar dat er geen bed meer vrij is zodat je dan zult moeten improviseren. En gezien wij er voor gekozen hebben om geen tentje mee te nemen een extra handicap. Al weiger ik te geloven dat er nergens een slaapplaats te vinden is in geval van nood.

Buiten de redelijke conditie van ons, zijn er wel enkele ongemakken te melden, Marius heeft midden onder zijn voet een wondje wat enige zorgen baart, verder hebben wij beide wat kleine ongemakken die met een goede verzorging wel te tackelen zijn, zo denken wij.
Eten, drinken en onze voeten zijn de meest gekoesterde onderdelen die wij met de meeste zorg letterlijk en figuurlijk te lijf gaan.

Hopelijk is het weer morgen beter zodat wij nog meer kunnen genieten van de camino met al zijn schoonheden die ons ongetwijfeld weer te wachten staan. Wordt vervolgd

!

Oppassen voor overmoed

Gisteren op de Plaza Mayor, in de mooie oude stad Caceres, gezamenlijk gegeten met een vijftal mede pelgrims, nog wat nagekletst en daarna ons pensionnetje opgezocht.
Vrij goed geslapen, en dat “vrij” staat voor een gevecht wat wij beide hebben moeten leveren met enkele vervelende muggen. Marius was hierin het resoluutst door halverwege de nacht zijn muskietennet over zijn gezicht te trekken en voor de rest zorgvuldig onder de dekens bleef (het leek wel een bankrover met zijn zwarte netje over zijn hoofd).

Om precies zeven trokken wij de deur achter ons dicht en volgde het moeilijke eerste half uur om de stad uit te komen, wat iedere keer weer een crime is. Eenmaal op de goeie weg een droge homp brood uit de hand kauwend, want wij waren geen bar gepasseerd voor het gebruikelijke kopje koffie. Hiervoor, zo bleek achteraf, moesten wij eerst elf km overbruggen, grotendeels op de N 630 (vrij drukke autoweg).

Nog even gepind, en toen de inmiddels gebruikelijke grindweg op die ons door het zeer dorre weidse Extremadura leiden dat werkelijk zo droog was dat er nagenoeg niets groeide. Alleen enkele bloemen soorten, distels wel opvallend veel gele brem die vol in de knop stond. Het vee, hoofdzakelijk schapen, waren opvallend mager, wat verklaarbaar is omdat er niets te vreten viel.

Wel was het fascinerend te zien dat de grote granieten keien op de meest onmogelijke plaatsen alle vormen en afmetingen hadden. Ook de, in het verre verleden ( ijstijd of misschien nog wel eerder ) opborrelende lavastromen, waren heel bijzonder gedurende de gehele tocht.

Onderweg kwamen we net buiten Casar de Ermita van Santiago tegen. De weg waar wij over trokken wordt ook officieel ook wel de “Camino de las Barcas” genoemd omdat hij naar de Taag (Tago) loopt. Hier werd men in vroeger tijden met een schuit overgezet. Via een kronkelend stijgend en dalend pad kwamen we bij een gigantisch stuwmeer, na eerst de Almonte en later de Taag te zijn overgestoken.

De herberg aan de rand van het stuwmeer, waar wij nu verblijven, is uiterst modern, en zeer goed uitgerust. Zelfs superschone dekbedden in de kast. Eveneens verleend men de service om je was te doen, men hoeft hem maar in te leveren en de beheerder doet de rest. Wij hebben hier natuurlijk gebruik van gemaakt en al onze spullen die een wasbeits konden gebruiken aangeboden.

Ook al waait het fris, wij zitten constant rond en boven de 600 meter, lopen wij in de korte broek weliswaar op het bovenlijf drie à vier kledinglagen omdat deze combinatie ons plezierig overkomt. Opmerkelijk is wel, onze sokken worden enorm vuil van de stoffige wegen. Het resultaat van deze outfit is wel, Marius zijn benen worden steeds bruiner en Johannes zijn baard steeds witter (kleinigheidje blijf je houden).

De conditie is goed te noemen, zo denken wij, twee dagen achtereen met 11 à 12 kg op de rug een kleine 40 km afleggen over soms moeilijk begaanbare wegen die altijd heuvelachtig zijn is de realiteit. Belangrijk is: dat wij daarbij ook volop genieten van alles wat wij op onze camino tegen komen.

De komende twee dagen gaan wij om verschillende reden wat minder kilometers maken. Een van de reden is: de lange tocht van meer dan 40 km a.s. zaterdag. Morgen en overmorgen 25 km is daarom genoeg.

Voorlopige conclusie na een kwart van de geplande tocht; wij genieten met volle teugen ieder moment alle dagen, realiserend dat “een zwaluw nog geen zomer maakt” dat dan de winter verrekte ver weg is! Morgen is het voornemen om stil te staan bij “wat en welke voor en nadelen er zijn bij lopen en fietsen” een ervaring waar ik graag op een kwart van de camino “Via de La Plata” lopend bij stil wil staan.

Wordt vervolgd !

Vandaag drie records…

1). Wij zijn ons uitgebreide verslag van gisteren kwijt !
2). Wij zijn nog nooit zo laat gestart !
3). Wij hebben vandaag 38 km afgelegd !

Over ons zoekgeraakte verslag willen wij niet te lang stilstaan, en willen vanavond de à-pad nog eens onderzoeken en komt daar niets uit dan zullen wij een beknopt verslag achteraf doen.

Aandachtspuntje twee kunnen wij wel nader verklaren, het was geen verslapen, treuzelen of anderszins maar het was het gevolg van een deur welke pas om half open ging namelijk die van het klooster waar wij geslapen.

Op de verklaring van recordpunt drie zijn wij eigenlijk best wel trots, het is de afstand die voor ons een uitdaging was en uiteindelijk volbracht is in een opperbest humeur. Men kan hem ook zien als een training voor de komende dagen, er komen nog etappes van 40 km zonder ook maar een voorziening tegen te komen die afgelegd moeten worden onder weersomstandigheden welke op dit moment voor ons onbekend zijn. Maar daarover de komende dagen meer.

Toen wij vanmorgen om 7 uur als ratten voor de uitgang van het klooster stonden te wachten om naar buiten gelaten te worden moesten wij wachten tot half acht voordat de deur geopend werd.

Het overgrote gedeelte van de losgelaten pelgrims ging regelrecht de camino op in de veronderstelling dat er nog wel een mogelijkheid om was om ergens een broodje en koffie te krijgen. Wij hadden voor zeker gekozen om toch de nodige cafeïne (doping) binnen te hebben voor de voorzichtige planning om voor de afstand te gaan die het tenslotte geworden is.

Onderweg liepen wij vandaag weer op stukken van de originele “calvados romana” welke door de Romeinen aangelegd is. Hier troffen wij eveneens de eerste Romeinse mijlpalen langs de weg. Ook kwamen drie keer over een Romeinse driebogige brug over de Arroyos de Santiago. Deze bruggen zijn voor gemotoriseerd verkeer al jaren gesloten zodat deze intact zijn gebleven en alle drie goed gerestaureerd waren en daarom het aanzien meer dan waard waren. Op een gegeven moment staken wij de startbaan van een vliegveld over wat achteraf het sportviegveld van Caceres over.

Op het terras van het clubhuis hebben op een ijzeren bankje, uit de wind, onze lunch bestaande uit, brood, tomaten, vis en schapenkaas genuttigd, om daarna aan te zetten voor de laatste 18 km van vandaag.

Uiteindelijk zijn wij in Caceres aangekomen, na enkele mensen aangesproken te hebben om er achter te komen waar er een alberge was zijn wij tenslotte in een pension aangeland voor de prijs van € 30,- voor een tweepersoonskamer (voor de eerste keer luxueus).
Uitgebreid hebben wij ons gedoucht en ons wasje gedaan. En nu staan wij op het punt om samen met Jeanne, Henk en Lida te gaan eten met de intentie om een “menu de Pellegrini” te gaan bestellen, en dan indien mogelijk met een specialiteit van de streek.

Wij zitten met een heerlijk glas bier op de “Plaza Mayor” en ga stoppen met het tikken van dit verslag, maar ik kan jullie verzekeren “Het wordt vervolgt”.

Kleine wonderen op de camino!

Tegen onze verwachting in hadden wij een relatief goeie nachtrust gehad in de alberge van Merida alwaar wij met zo’n 30 personen op een slaapzaal sliepen. Boven boven wonder bleef overmatig gesnurk en gerommel ons bespaart, hooguit werd de rust verstoort door een aantal jongeren die vermoedelijk een stapavond hadden gehad in de stad. En die rond een uur of drie met de nodige herrie langs het gebouw kwamen waarin wij sliepen.
Om half zes ben ik (Johannes) opgestaan en lag Marius nog lekker te pitten, maar ook hij was al snel van de partij zeker toen om kwart over zes het licht centraal aanging en plotseling bedrijvigheid in de tent kwam. Voor zeven waren wij alweer onderweg en het zou ons niets verbazen dat er om kwart over zeven geen sterveling meer in de alberge was.

Ook vandaag werden wij verwend door te lopen door Extremadura op zijn mooist, namelijk een prachtig landschap met af en toe de stralen tussen de eeuwenoude steeneiken van de opkomende zon door. Een prachtig open landschap met weidse panorama’s met in de verte bergen. De meeste weiden met steeneiken, andere stukken begroeid met struikelde, lavendel, christusdoorn e.d. Ongetwijfeld een van de indrukwekkendste stukken van de Via de la Plata.

Ongeveer  5 km na Merida lag een stuwmeer dat de stad voorziet van het nodige water. Het heeft een capaciteit van 4 miljoen kubieke meter en heeft een omtrek van 55 km. Het wordt van water voorzien door de “La Adelfa” beek d.m.v. een kanaal van 4 km lengte. Het water verlaat het stuwmeer door een ondergronds kanaal, een aantal van deze ondergrondse leidingen werden pas in 1988 ontdekt. Via het aquaduct “Los Milagros” kwam het in het 10 km verder gelegen Merida terecht.

Spanje heeft sinds mensenheugenis te maken met waterkwaliteit en watertekorten zeker na de toename van industriële en agrarische vervuiling en door toename van de bevolkingsgroei. Extremadura heeft hier extra hinder van om dat dit gedeelte van Spanje zeer weinig regen krijgt en men aangewezen is op slecht water voor zowel consumptie als ook voor b.v. Irrigatiewater. De vegetatie tussen rotsachtige gronden waarop hoofdzakelijk schapen weide was alle bruin en dor en onvoorstelbaar dat er nog enig voedsel door deze beesten gevonden kon worden.

Vroeg in Merida

De dagelijkse plichtplegingen om te kunnen vertrekken gaat in tijd met de dag korten. Om half zeven uit bed, wassen, voeten verzorgen, aankleden en onze rugzakken pakken en om zeven uur naar de bar 500 meter verderop was vanmorgen ongeveer hetzelfde ritueel zoals iedere dag. Met ruim voor half acht in de donker vertrekken richting Merida was vandaag de tiende wandeldag ingegaan.

Wij liepen direct de stad uit het weidse landschap in. Vrij snel liepen wij op en langs de slapende autoweg de N 630. De eerste hindernis moest genomen worden na pakweg acht km toen wij plotseling voor een brede sloot ( riviertje ) stonden van pakweg 5 meter water, overigens niet de eerste keer tijdens onze tocht wij zijn er de laatste dagen verschillende over moeten steken, wat tot nu toe altijd lukte om geen natte voeten te krijgen. Deze keer moesten wij een stuk omlopen omdat deze hindernis deze keer niet te nemen was zonder natte voeten te krijgen hij was namelijk te diep en bovendien ontbraken de noodzakelijke stapstenen. Na dit obstakel getackeld te hebben werd de route een stuk aantrekkelijker omdat het landschap gevarieerder werd door o.a. wuivende korenvelden maar ook percelen met knoflook en voor ons onbekende gewassen. De olijf- en druivenstruiken bleven wel de overhand houden afgewisseld met braakliggende stukken grond welke door de rotsachtige bodem onbewerkbaar waren en dus als natuurgronden aangemerkt mogen worden. De variatie die ontstond door deze verscheidenheid maakte het tot een mooie wandeling.

Na 16,5 km liepen de historische stad Merida binnen, al direct over de bekende Romeinse brug van 792 meter met 60 bogen, over de rivier Guadiana, welke nog tot de 20e eeuw door auto verkeer in gebruik was. Ondanks dat het pas half elf was hebben wij meteen een bed gearresteerd in de Municipal-Alberge, opgefrist en daarna een platte grond gehaald bij het plaatselijke toeristenbureou. Zoveel indrukken hebben wij daarna opgedaan zoals de prachtige Romeinse brug over de Ibarregas rivier maar ook de zogenaamde Los Milagros en San Lazaro aquaducten waren bouwwerken waarvan wij denken dat deze vandaag de dag niet meer gebouwd kunnen worden. Ook de Kathedraal en het Amfitheater heeft Marius met zorg op foto en film vastgelegd om ter zijnertijd te kunnen laten zien voor de thuis blijvers.

Het was qua wandelen een korte tocht maar het zien van Merida daarbij wel een hele vermoeiende en mooie dag. Wij hebben tussendoor een heerlijk glas wijn gedronken in de binnenstad en gaan vanavond nog een Menu Peligrinno verorberen zodat wij morgen weer fris en vrolijk de volgende etappe door Extremadura  kan worden gemaakt.

Het weer is veelbelovend, onze ledematen voelen goed aan en het humeur is optimaal, kortom ook voor morgen hebben wij er weer zin in.

Het plan is vroeg vertrekken omdat er weinig voorzieningen zijn in de Alberge, zodat het ‘s morgens dringen is bij de wasgelegenheid en het toilet, en wanneer je wat later bent de ruimtes enigszins bevuild (worden) zijn.

Wordt vervolgd !!!!

Vandaag ideaal wandelweer

Om half zeven werden wij vanmorgen wakker vanwege gestommel op, langs, en in de aangrenzende kamers (wat niet uit te leggen is). Spanjaarden bouwen alles vol om maar zoveel mogelijk pelgrims onderdak te kunnen verschaffen. Zo ook in de alberge afgelopen nacht. Henk en Lida sliepen in een kamertje aan de voorkant Marius en ik in de aangrenzende kamer die met een dubbele deur (waar geen deuren inzaten) verbonden was en in een andere aangrenzende kamer sliepen een Belg Marc genaamd, de Fransman Fhillipe, Luca de Italiaan en Suzen uit de USA. Iedereen moest gebruik maken van de toilet en moest daarvoor door onze kamer. Maar om de overlast tot een minimum te beperken hebben wij gebruik gemaakt van onze meegenomen oordoppen.

De klok stond precies op kwart over zeven toen wij de deur van de alberge dichttrokken en zijn gezamenlijk met vijf man gestart. Heel de dag hebben wij samen gelopen en ieders tempo paste bij elkaar. Half tot zwaar bewolkt met af en toe een Spanje regen was over het algemeen het weerbeeld, een paar keer liet heel voorzichtig de zon zich zien wat de temperatuur direct deed stijgen.

Het uitzicht over de uitgestrekte landerijen waren fenomenaal te noemen. Al lopende constateerde wij met zijn allen dat wij continu meer dan 3000 ha in beeld hadden met alleen druiven en Olijfbomen in de verhouding van 85 /15 procent. Eveneens hadden wij berekend dat de grind die onder onze voeten doorgleed ongeveer 280.000m² inclusief bermen moet zijn geweest. Ons is ook opgevallen dat wij zeer weinig wild zien, of dat komt door de weinige beschutting blijft voor ons de vraag. Wel hebben wij het idee dat de druivenstruiken tijdens onze tocht dagelijks verder uitlopen en verwachten wij over enkele weken de eerste (kleine) druiven waar te kunnen nemen wat ook aangeeft dat de zomer in aantocht is.

 

 

Wij hebben na 28 km lopen alberge Rojo Plata in Torremejia betrokken en hebben zojuist een SMSje ontvangen dat “turbo” Piet Rutten tot op 8 km ons genaderd is en dat wij hem vanavond ongetwijfeld gaan treffen en zoals afspraak het glas zullen heffen tijdens onze uitwisseling over de ervaringen van de laatste 10 dagen.

Morgen wordt het een relatief korte etappe en gaan wij tijd inruimen om de mooie stad Merida te bewonderen met zijn El Puente Romano uit de romeinsetijd met zijn 60 bogen die een overspanning van liefst 792 meter overbrugt maar andere zeer oude monumenten (o.a. Los Milagros aquaduct van voor de jaartelling) zullen wij bezoeken al was het maar om de te maken film later met deze geweldige bouwhoogstanden op te sieren.

Morgen meer, dadelijk lekker eten en morgen meer over onze Camino “Via de La Plata”

Wordt vervolgd !!!

Je PSU wordt gaandeweg je beste vriend

Marius heeft vandaag tijdens het lopen beslist om voortaan alleen vis en witte wijn te zullen verorberen bij het dagelijkse avondeten. Hij heeft hiertoe besloten omdat hij onlangs de geweldige “menu de dia” gisterenavond, vannacht strontziek is geweest met het gevolg dat er alles boven uitkwam en daarbij een vrijwel slapeloze nacht achter zijn kiezen heeft gekregen.

Vanmorgen toch maar om half zeven opgestaan om tegen zeven met moeite een paar geroosterde broodjes binnen te werken, zodat wij om kwart over zeven, na een paar paracetamollen ingenomen te hebben, toch maar zijn vertrokken.

Met een gematigd tempo zouden immers vandaag minstens 20 km af moeten leggen. Het plan was om extra inkopen te doen in Los Santos de Maimona, een dorp wat wij na 5 km zouden passeren. Afgesproken werd dat er extra water ( want dat was vannacht voor een groot gedeelte opgegaan ), bananen en cola ingeslagen diende te worden, aangevuld bij onze al eerdere inkopen, wat ook door de medepelgrims geadviseerd werd.

En juist hier ging het weer fout ! Omdat Mari bij Suzen liep, was Johannes doorgelopen om een en ander in te slaan, en hij is toen drie kwartier tevergeefs blijven wachten op het eind van het dorp omdat, zoals later bleek, ze al door waren. Maak maar eens drie kwartier goed met 10 kg op de rug op een vrij slecht grindpad wat steeds op en neer golfde ! Gelukkig kwam de hereniging ongeveer op 10 km tot stand en kon de extra meegenomen bouillon ( zout ) nog tijdig opgediend worden, en opmerkelijk was dat hij daar van opknapte.

Over het algemeen was het bewolkt en viel er af en toe een spatje regen. De wind was ten opzichte van gisteren gedraaid wat qua lopen wel plezierig was. De stad Zafra, ook wel klein Sevilla genoemd en de oudste stad van Extremadura was meer dan het bekijken waard met zijn mooie monumentale gebouwen,marktplaats en prachtige plaza’s, evenals de oude stadspoorten en niet te vergeten het aloude Hospitaal de Santiago uit de 15e eeuw Ook de kerk, uit de 16e eeuw was het bezichtigen waard.

Het landschap bestond hoofdzakelijk uit vele wijngaarden afgewisseld door olijven. Kilometers ver kon je er op wegkijken en af en toe doemde een wit dorpje op eveneens kilometers ver weg. De paden waarover de camino voerden lagen enigszins verdiept aangelegd om hierover het vee te kunnen drijven tijdens de trektochten in het voorjaar naar het westen en in het najaar visa versa zodat ze de overige gronden niet konden betreden.

Een dikke week zijn wij nu onderweg en moeten constateren dat de automatisme’s steeds een vastere vorm begint te krijgen. Onze rugzakken zijn ons vaste maatje aan het worden evenals onze stokken, die nu al niet meer weg te denken zijn, sterker de talloze gesprekken die wij voeren met allerlei nationaliteiten wordt ingegeven door de aanwezigheid van de stok iedereen vind niet alleen de stok mooi maar ook het idee, door daarmee onze kroost mee te voeren op onze camino vindt men bijzonder interessant en indrukwekkend. Vele spreken ons dan ook hierover aan, ook de Spajaarden onderweg zijn erin geïnteresseerd .

Toen wij rond het middaguur Villafranca binnenliepen werd ik aangesproken door een Spanjaard die vroeg of ik uit Hollanda kwam waarop ik bevestigend antwoorden,plotseling klapte hij zijn vest open en kwam het logo van PSV tevoorschijn met daaronder met grote letters PHILIPS hij zei supporter te zijn van PSV. Hij noemde in een adem de namen op van Koeman, Cocu, van Bommel, Ruud van Nistelrooy en van Breukelen, ongelofelijk dat men hier in het ver afgelegen Extremadura nog zo’n verwaaide PSV supporter tegenkomt. Ik heb hem maar niet duidelijk gemaakt dat het op dit moment niet zo geweldig gaat met zijn clubje.

Op dit moment zijn wij aangeland in een ( duurdere ) alberge van €10,- p/p een twee persoonskamer met smetteloze witte lakens op het bed. Heerlijk na de ontberingen van de afgelopen 24 uur. Morgen wacht ons een nieuwe etappe van 28 km met een moeilijkheidsgraad van ” gemiddeld” en gaan wij een overnachtingsplaats zoeken in Torrmegia alwaar wij eveneens ” turbo Piet ” zullen gaan treffen heeft hij per SMS aangekondigd.

Wordt vervolgd !!

Camino krijgt vaste vormen

Nadat wij vannacht in een mooi gerestaureerd klooster in Fuentes de Canto’s in een heerlijk bed geslapen hebben en na een matig ( Spaans ) ontbijt om half acht vertrokken waren en na enig zoekers de stad uitgingen de camino op, was het vandaag weer volop genieten van alles wat wij tegen kwamen.

Direct nadat wij de stad uit waren liepen wij over glooiende grindwegen waar wij , ongehinderd door verkeer , konden genieten van de geweldige vergezichten welke Extremadura te bieden heeft met hier en daar een wit opgetrokken boerderij met eveneens wit geschilderde bijgebouwen waarbij bijna overal een of meerdere honden de tent bewaakte en het steeds nodig achten om dat met luidt geblaf kenbaar te maken. Na 6 km kwamen wij door een zeer armmoedig dorpje genaamd Calzadilli de los Barros, via de Zwitser die goed Spaans en gebrekkig Nederlands sprak voerden wij een gesprek met een schaapherder, welke wij regelmatig zien op de camino, en werd ons duidelijk dat het de laatste 6 maanden niet meer geregend had wat een ramp was voor deze omgeving. Hij vertelde dat wanneer het niet zou regenen op korte termijn de gevolgen desastreus zouden zijn en ook de kleine boeren en schapenhouders in grote problemen zouden komen. Hij wist eveneens te melden dat dit beeld een tiental km verderop minder speelde omdat de grond daar het water langer vasthield en dus ook vruchtbaardere grond was.

Het landschap vertoonde over het algemeen slechte gewassen bestaande uit hoofdzakelijk gerst en haver van zeer matige kwaliteit, het zou mij niets verbazen als de gemiddelde opbrengst niet boven de 750 kg per ha uit zou komen, onvoorstelbaar voor Nederlandse maatstaven. Ook zagen wij zeer grote wijngaarden van honderden ha aan een stuk, evenals de grote getalen olijfbomen die het geheel een typisch beeld gaven van deze streek. Op 22 km kwamen wij door het stadje Puelbla de Sancho Peres waar allerlei voorzieningen waren en wij een bak koffie met een chocoladewafel genuttigd hebben wat toch wel lekker is na 5 uur bergje op bergje af.

Marius had vandaag een superdag en was niet te houden ( wielerterm ) een bewijs dat hij de smaak te pakken heeft na een kleine week wennen aan het pelgrimsleven door zichzelf te moeten verzorgen, zelf zijn wasje te doen, zorgen voor uitgeballansseerd voedsel en iedere keer weer gepakt en gezakt verder te moeten. Maar ook preventieve maatregelen zoals voeten verzorgen en smeren voor de verraderlijke zon, want met de frisse noorden wind is het oppassen voor verbranden. Samen komen wij daar, dachten wij, voortreffelijk uit.

Wij zijn benieuwd wanneer de achtervolgers ons in gaan halen, de familie van de Bogaard uit Aarle-Rixtel op de fiets en Piet Rutten uit Bakel te voet. Wij blijven spiegelen en zien ze ongetwijfeld achterop komen de komende dagen.

Vannacht sliepen wij met ongeveer 25 pelgrims in een klooster op kamers van 4 personen. Als het dan s’morgens licht wordt vertrekt het hele stel binnen een tijdsbestek van pakweg een half uur, zo is over het algemeen het beeld van alle dag. Ieder loopt zijn eigen tempo en loopt zodoende regelmatig met iemand anders wat het geheel wel erg bijzonder maakt, Italianen , een Belg, Zwitsers, Duitsers, Spanjaarden, Engelsen en niet te vergeten Suzen uit de USA. Ook is Holland vertegenwoordigd door Henk van Grunsven met zijn vrouw Lida en Jeane eveneens uit Rosmalen. De laatste dagen trekken wij veel met elkaar op vooral gezamenlijk s’avonds bij het nuttigen van menu del Pellegrino.

Op dit moment zit ik het verslag te tikken met een glas wijn rechts van mij in een binnentuin van een klooster in Zafra alwaar wij onderdak gekregen hebben met daarbij een ontbijt morgenvroeg in het vooruitzicht.

Voor de eerste keer hebben wij de volgende overnachtingsplaats in Villafranca de los Barrios 23 km verderop gereserveerd omdat daar maar beperkt slaapgelegenheid is dus enigszins op zeker gespeeld vandaag. Het gaat voortreffelijk en morgen zien wij weer verder.

Wordt vervolgd !